demotiveert
Nederlands
Woordafbreking
- de·mo·ti·veert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
demotiveren |
demotiveert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demotiveren
- Jij demotiveert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demotiveren
- Hij demotiveert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van demotiveren
- Demotiveert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.