delibereer
Nederlands
Woordafbreking
- de·li·be·reer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
delibereren |
delibereer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van delibereren
- Ik delibereer.
- gebiedende wijs van delibereren
- Delibereer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van delibereren
- Delibereer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.