defragmenteer
Nederlands
Woordafbreking
- de·frag·men·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
defragmenteren |
defragmenteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van defragmenteren
- Ik defragmenteer.
- gebiedende wijs van defragmenteren
- Defragmenteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van defragmenteren
- Defragmenteer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.