debatteerde
Nederlands
Woordafbreking
- de·bat·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
debatteren |
debatteerde
- enkelvoud verleden tijd van debatteren
- Ik debatteerde.
- Jij debatteerde.
- Hij, zij, het debatteerde.
- Ik debatteerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.