deactiveer
Nederlands
Woordafbreking
- de·ac·ti·veer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deactiveren |
deactiveer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deactiveren
- Ik deactiveer.
- gebiedende wijs van deactiveren
- Deactiveer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deactiveren
- Deactiveer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.