darten
Nederlands
![](../I/m/Darts_in_a_dartboard.jpg)
het spelen van darts
Woordafbreking
- dar·ten
Werkwoord
darten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
darten |
dartte |
gedart |
zwak -t | volledig |
- darts spelen een sport die gespeeld wordt met drie darts (pijltjes) en een dartbord
- Rond zijn elfde begon hij met darten. Jarenlang werd hij gepest vanwege zijn gewicht; op zijn vijftiende woog hij ruim 130 kilo en zat hij zelfs nog enkele maanden in een kliniek. Zijn doorbraak was in 2006, ook het jaar dat Nieuwlaat hem voor het eerst van nabij zag spelen.[2]
- Phil ‘The Power’ Taylor (57) begon met darten in een tijd dat er bij hem thuis nog geen televisie stond. Wel hing er een dartbord. Op jonge leeftijd dartte hij weleens met zijn vaders pubteam – en won vaak van de veel oudere mannen – maar pas toen hij eind twintig was, werd het serieuzer.[3]
Gangbaarheid
- Het woord darten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'darten' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- darten op website: Etymologiebank.nl
- de Telegraaf Frank Huiskamp 19 december 2016 Het draait in het darten nog maar om één man
- de Telegraaf Frank Huiskamp 16 december 2017 Darts kan wel zonder hem, maar kan ‘The Power’ zonder darts?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.