dagvaardde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·vaard·de

Werkwoord

vervoeging van
dagvaarden

dagvaardde

  1. enkelvoud verleden tijd van dagvaarden
    • Ik dagvaardde. 
    • Jij dagvaardde. 
    • Hij, zij, het dagvaardde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.