crashen
Nederlands
Woordafbreking
- cra·shen
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Engels
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
crashen |
crashte |
gecrasht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
crashen
- ernstig verongelukken
- bankroet gaan
Gangbaarheid
- Het woord crashen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'crashen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.