coïncideerden
Nederlands
Woordafbreking
- co·in·ci·deer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
coïncideren |
coïncideerden
- meervoud verleden tijd van coïncideren
- Wij coïncideerden.
- Jullie coïncideerden.
- Zij coïncideerden.
- Wij coïncideerden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.