converseert
Nederlands
Woordafbreking
- conĀ·verĀ·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
converseren |
converseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van converseren
- Jij converseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van converseren
- Hij converseert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van converseren
- Converseert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.