contraheerde
Nederlands
Woordafbreking
- con·tra·heer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
contraheren |
contraheerde
- enkelvoud verleden tijd van contraheren
- Ik contraheerde.
- Jij contraheerde.
- Hij, zij, het contraheerde.
- Ik contraheerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.