contraheerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tra·heer·de

Werkwoord

vervoeging van
contraheren

contraheerde

  1. enkelvoud verleden tijd van contraheren
    • Ik contraheerde. 
    • Jij contraheerde. 
    • Hij, zij, het contraheerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.