condoleren
Nederlands
Woordafbreking
- con·do·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘rouwbeklag betuigen’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- Naamwoord van handeling van het Latijnse dolēre (pijn hebben, zich gekrenkt voelen, treuren over) met het voorvoegsel con- (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
condoleren |
condoleerde |
gecondoleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
condoleren
- overgankelijk medeleven tonen bij het overlijden van iemand
- We gaan morgen meneer Jansen condoleren vanwege de dood van zijn echtgenote.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord condoleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'condoleren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.