condenseer
Nederlands
Woordafbreking
- con·den·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
condenseren |
condenseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van condenseren
- Ik condenseer.
- gebiedende wijs van condenseren
- Condenseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van condenseren
- Condenseer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.