concurrerend
Nederlands
Woordafbreking
- con·cur·re·rend
Woordherkomst en -opbouw
- concurreren met de uitgang -d
Werkwoord
vervoeging van |
---|
concurreren |
concurrerend
- onvoltooid deelwoord van concurreren
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | concurrerend | concurrerender | concurrerendst |
verbogen | concurrerende | concurrerendere | concurrerendste |
partitief | concurrerends | concurrerenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
concurrerend
- aantrekkelijk in vergelijking met mededingers
- De bouwondernemer deed een concurrerend voorstel en kreeg de opdracht.
- met elkaar wedijverend
- De concurrerende firma's hadden van tevoren met elkaar afgesproken welke hoge prijs ze zouden vragen.
Gangbaarheid
- Het woord concurrerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.