colporteerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·por·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
colporteren

colporteerden

  1. meervoud verleden tijd van colporteren
    • Wij colporteerden. 
    • Jullie colporteerden. 
    • Zij colporteerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.