coaguleerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·a·gu·leer·den

Werkwoord

vervoeging van
coaguleren

coaguleerden

  1. meervoud verleden tijd van coaguleren
    • Wij coaguleerden. 
    • Jullie coaguleerden. 
    • Zij coaguleerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.