chromeerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chro·meer·de

Werkwoord

vervoeging van
chromeren

chromeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van chromeren
    • Ik chromeerde. 
    • Jij chromeerde. 
    • Hij, zij, het chromeerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.