chicaneren
Nederlands
Woordafbreking
- chi·ca·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
chicaneren |
chicaneerde |
gechicaneerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
chicaneren [2]
- onovergankelijk met gezochte bezwaren komen, voortdurend met kritiek op kleinigheden komen
- overgankelijk voortduren lastigvallen door met gezochte kritiek, treiteren met vermeende onvolkomenheden
- Kort gezegd komt het erop neer dat homo’s door de SS bijzonder werden gechicaneerd. [3]
Synoniemen
- [1] spijkers op laag water zoeken
Afgeleide begrippen
- chicanering, gechicaneer, chicaneur, sikkeneurig
Gangbaarheid
- Het woord chicaneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'chicaneren' herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.