cariñen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
cariñar

cariñen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñar
vervoeging van
cariñarse

cariñen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñarse
  1. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñarse
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.