botertonnetje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ter·ton·ne·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

botertonnetje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boterton
    • Een zwerm bijen, die het kamp kwam binnenvliegen, is gisteren met de koningin in een botertonnetje opgevangen. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'botertonnetje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.