bloemlees
Nederlands
Woordafbreking
- bloem·lees
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bloemlezen |
bloemlees
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloemlezen
- Ik bloemlees.
- gebiedende wijs van bloemlezen
- Bloemlees!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloemlezen
- Bloemlees je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.