bleef samen
Nederlands
Woordafbreking
- bleef sa·men
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenblijven |
bleef samen
- enkelvoud verleden tijd van samenblijven
- Ik bleef samen.
- Jij bleef samen.
- Hij, zij, het bleef samen.
- Ik bleef samen.
Gangbaarheid
- Het woord bleef samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.