bijeenroept
Nederlands
Woordafbreking
- bij·een·roept
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijeenroepen |
bijeenroept
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenroepen
- ... dat jij bijeenroept.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenroepen
- ... dat hij bijeenroept.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.