bezaaiden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zaai·den

Werkwoord

vervoeging van
bezaaien

bezaaiden

  1. meervoud verleden tijd van bezaaien
    • Wij bezaaiden. 
    • Jullie bezaaiden. 
    • Zij bezaaiden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.