bewegwijzer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·weg·wij·zer

Werkwoord

vervoeging van
bewegwijzeren

bewegwijzer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegwijzeren
    • Ik bewegwijzer. 
  2. gebiedende wijs van bewegwijzeren
    • Bewegwijzer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegwijzeren
    • Bewegwijzer je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.