bewaakt
Nederlands
Woordafbreking
- be·waakt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bewaken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bewaken |
bewaakt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewaken
- Jij bewaakt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewaken
- Hij bewaakt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van bewaken
- Bewaakt!
- voltooid deelwoord van bewaken
Gangbaarheid
- Het woord bewaakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bewaakt' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.