beulden af

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beul·den af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afbeulen

beulden af

  1. meervoud verleden tijd van afbeulen
    • Wij beulden af. 
    • Jullie beulden af. 
    • Zij beulden af. 

Gangbaarheid

  • Het woord beulden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.