bespreek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·spreek

Werkwoord

vervoeging van
bespreken

bespreek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespreken
    • Ik bespreek. 
  2. gebiedende wijs van bespreken
    • Bespreek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespreken
    • Bespreek je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.