bespoedigt
Nederlands
Woordafbreking
- be·spoe·digt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bespoedigen |
bespoedigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespoedigen
- Jij bespoedigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespoedigen
- Hij bespoedigt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van bespoedigen
- Bespoedigt!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.