besneeuwde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·sneeuw·de

Deelwoord

besneeuwde

  1. verbogen vorm van het voltooid deelwoord besneeuwd van besneeuwen

Bijvoeglijk naamwoord

besneeuwde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van besneeuwd

Werkwoord

vervoeging van
besneeuwen

besneeuwde

  1. enkelvoud verleden tijd van besneeuwen
    • Ik besneeuwde. 
    • Jij besneeuwde. 
    • Hij, zij, het besneeuwde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.