belust

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·lust
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen belustbeluster(belustst) *
verbogen belustebelustere(belustste) *
partitief belustsbelusters-

Bijvoeglijk naamwoord

belust

  1. belust op: verlangend en zoekend naar het genoemde
    • Een op macht beluste generaal plande de machtsgreep. 
    • Het publiek is op sensatie belust. 
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest belust(e)" worden gebruikt.[1][2]

Gangbaarheid

  • Het woord belust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.