behekst
Nederlands
Woordafbreking
- be·hekst
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beheksen |
behekst
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beheksen
- Jij behekst.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beheksen
- Hij behekst.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van beheksen
- Behekst!
- voltooid deelwoord van beheksen
stellend | |
---|---|
onverbogen | behekst |
verbogen | behekste |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van beheksen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Bijvoeglijk naamwoord
behekst
- door een heks betoverd
- De man was zo verliefd op de vrouw en deed zulke rare dingen dat het wel leek alsof hij behekst was.
Opmerkingen
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt.[1][2]
Gangbaarheid
- Het woord behekst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'behekst' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Omschreven trappen van vergelijking (algemeen) op website: http://taaladvies.net; punt 3.; geraadpleegd 2017-05-21
- Haeseryn, W. e.a. "6·4·3·1·ii Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest" in: Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) op website E-ANS: ans.ruhosting.nl; punt 4.; geraadpleegd 2017-05-21
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.