begluur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·gluur

Werkwoord

vervoeging van
begluren

begluur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begluren
    • Ik begluur. 
  2. gebiedende wijs van begluren
    • Begluur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begluren
    • Begluur je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.