beatjuggelt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beatĀ·jugĀ·gelt

Werkwoord

vervoeging van
beatjuggelen

beatjuggelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beatjuggelen
    • Jij beatjuggelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beatjuggelen
    • Hij beatjuggelt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van beatjuggelen
    • Beatjuggelt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.