beatjuggel
Nederlands
Woordafbreking
- beatĀ·jugĀ·gel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beatjuggelen |
beatjuggel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beatjuggelen
- Ik beatjuggel.
- gebiedende wijs van beatjuggelen
- Beatjuggel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beatjuggelen
- Beatjuggel je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.