basen
Nederlands
Woordafbreking
- ba·sen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘cocaïne roken via een waterpijp’ voor het eerst aangetroffen in 1982 [1]
- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
basen |
basede |
gebased |
zwak -d | volledig |
Afgeleide begrippen
- basecoke
Gangbaarheid
- Het woord basen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'basen' herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen. |
Deens
Woordafbreking
- ba·sen
Spaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.