bargen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • barĀ·gen

Zelfstandig naamwoord

bargen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord barg


Achterhoeks

Zelfstandig naamwoord

bargen

  1. meervoud van barg


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

bargen

  1. meervoud van barg
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.