barbecuet
Nederlands
Woordafbreking
- bar·be·cuet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
barbecueën |
barbecuet
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barbecueën
- Jij barbecuet.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van barbecueën
- Hij barbecuet.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van barbecueën
- Barbecuet!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.