arrangeerden
Nederlands
Woordafbreking
- ar·ran·geer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
arrangeren |
arrangeerden
- meervoud verleden tijd van arrangeren
- Wij arrangeerden.
- Jullie arrangeerden.
- Zij arrangeerden.
- Wij arrangeerden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.