arraigue

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
arraigar

arraigue

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arraigar
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arraigar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arraigar
vervoeging van
arraigarse

arraigue

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arraigarse
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arraigarse
  1. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arraigarse
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.