arraiga
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
arraigar |
arraiga
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arraigar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arraigar
vervoeging van |
---|
arraigarse |
arraiga
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arraigarse
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.