aprilt
Nederlands
Woordafbreking
- aprilt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aprillen |
aprilt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aprillen
- Jij aprilt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aprillen
- Hij aprilt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van aprillen
- Aprilt!
Gangbaarheid
- Het woord aprilt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.