aplace

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
aplacer

aplace

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aplacer
  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aplacer
vervoeging van
aplazar

aplace

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aplazar
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aplazar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aplazar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.