afvliegt
Nederlands
Woordafbreking
- af·vliegt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afvliegen |
afvliegt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvliegen
- ... dat jij afvliegt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvliegen
- ... dat hij afvliegt.
Gangbaarheid
- Het woord afvliegt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.