aftikken
Nederlands
Woordafbreking
- af·tik·ken
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
aftikken
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| aftikken |
tikte af |
afgetikt |
| zwak -t | volledig | |
- stoppen met muziekspelen
- We zien hem aftikken om een violist een loopje te laten overdoen. En weer. En opnieuw, tot hij precies de nuance krijgt die hij de violist voorneuriet. De slagwerkster geeft haar eerste klap met de bekkens. Stop! „Miss, you are too early.”
- betalen
- Wel even 122 mille aftikken, maar de veertigduizend euro goedkopere S70 komt met 320 pk ook best vooruit. (Bas van der Putten NRC 2 april 2016 )
- iemand aanraken (=tikken) in het kinderspel tikkertje
- de as van een sigaar of sigaret tikken
Gangbaarheid
- Het woord aftikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aftikken' herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.