afsmijt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·smijt

Werkwoord

vervoeging van
afsmijten

afsmijt

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsmijten
    • ... dat ik afsmijt. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsmijten
    • ... dat jij afsmijt. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsmijten
    • ... dat hij afsmijt. 

Gangbaarheid

  • Het woord afsmijt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.