accompagneert
Nederlands
Woordafbreking
- ac·com·pag·neert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
accompagneren |
accompagneert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accompagneren
- Jij accompagneert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accompagneren
- Hij accompagneert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van accompagneren
- Accompagneert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.