accompagneert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·com·pag·neert

Werkwoord

vervoeging van
accompagneren

accompagneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accompagneren
    • Jij accompagneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accompagneren
    • Hij accompagneert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van accompagneren
    • Accompagneert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.