accidenten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·ci·den·ten

Zelfstandig naamwoord

accidenten mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord accident


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
accidentar

accidenten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van accidentar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van accidentar
vervoeging van
accidentarse

accidenten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van accidentarse
  1. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van accidentarse
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.