aanvuurden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvuurden    (hulp, bestand)
  • IPA: /'aɱˌvyrdə(n)/
Woordafbreking
  • aan·vuur·den

Werkwoord

vervoeging van
aanvuren

aanvuurden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanvuren
    • ...dat wij aanvuurden. 
    • ...dat jullie aanvuurden. 
    • ...dat zij aanvuurden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.