aanschakelden
Nederlands
Woordafbreking
- aan·scha·kel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanschakelen |
aanschakelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanschakelen
- ...dat wij aanschakelden.
- ...dat jullie aanschakelden.
- ...dat zij aanschakelden.
- ...dat wij aanschakelden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.